De Pier, beeldbepaler van Scheveningen Bad

Nu hij op instorten staat is de Pier in Scheveningen opeens een zaak van nationaal belang. De Valkfamilie die geen valk, maar de kakatoe als beeldmerk gekozen heeft, verwierf hem zo’n 30, 40 jaar geleden voor een gulden, liet de boel verpauperen en geen haan die er naar kraaide. Nu het Schevenings icoon op instorten staat en de Kakatoes zich juridisch gedistantieerd hebben is de Pier een nationale zorg aan het worden. Houden we hem of houden we hem niet? En wie gaat dat betalen?  Niet zoete lieve Gerritje van der Valk, en ook niet Marnix Norder, die heeft er geen geld voor. Dat geld is gestoken in de prachtige nieuwe boulevard, beginnend bij Beelden aan Zee en doorlopend tot het havenhoofd. Mooi, maar niet het Scheveningen Bad waar de centen van de toeristen verdiend moeten worden. Op de Utrechtsebaan worden ze naar Scheveningen Bad geleid. Kiezen ze die route dan komen ze…. bij de krikkemikkige Pier, de frituurlucht van patattentjes en kledingzaakjes in oriëntaalse stijl.

Hommerson wil dat stuk Scheveningen wel oppimpen, maar heeft het al bij voorbaat verbruid omdat ze zo hoog willen bouwen dat o.a. de Oranjeflats het uitzicht op zee kwijt zijn. En daar wonen de expats en hebben politici hun Haagse pied a terre. En laten we eerlijk zijn: de van der Valken of Hommerson: toch allemaal geen haar beter (en chiquer) dan Zwolsman?

 

Als de gemiddelde toerist het al gauw gezien heeft op de boulevard, dan trekken ze Scheveningen in. En daar worden ze geconfronteerd met een nog groter probleem. Bruin, stinkend, niet te vermijden.

Hondenpoep. Scheveningen is bruin. En niet alleen Scheveningen: Den Haag scoort hoog als één van de meest bruine steden van het land.

 

De stad wil er best wel wat aan doen. Op 20 juni 2012 beloofde politie Haaglanden in een paginagrote advertentie in de Scheveningsche Courant dat het niet opruimen van hondenpoep € 120 kost. In dezelfde krant heeft de groep de Mos onlangs het hondenpoepprobleem aan de kaak gesteld. Vooral dat artikel heeft diepe indruk op mij gemaakt. Heel Scheveningen ziet bruin van de hondenpoep, je glijdt van drol naar drol en dat is allemaal de schuld van de gemeente. De Mos verwijt het de hondenbezitters niet, die zijn slechts slachtoffers van gemeentelijk beleid.

Arme, arme hondenliefhebbers. De Mos heeft mijn ogen geopend: waar blijft het gemeentelijk aanvalsplan? Hij zegt dat het huilen met de pet op is dat de afvalbakken ’s winters niet op het strand te vinden zijn. Dus zouden hondenbezitters een lange wandeling met een zakje poep moeten maken!

 

Ik weet waar hij het over heeft: het was een feeëriek schouwspel in de afgelopen weken. Die bruine plekken in de maagdelijke sneeuw! Met de kleinkinderen op de slee van een hellinkje af, net zoals wij vroeger deden. Het vereiste wel een behendige slalomtechniek van de kleintjes om de artistieke compositie van wit met bruin niet te verstoren. Gelukkig hebben ze hun tetanusinjectie in de cocktail meegekregen, dus een ongelukje had niet veel kwaad aangericht.

 

In aansluiting op de paginagrote advertentie zou de gemeente er goed aan doen te handhaven. Het niet opruimen van hondenpoep kost € 120. Aangezien er meer drollen op straat liggen dan dat er foutgeparkeerde auto's staan stel ik voor de inzet van de parkeerwachters/stadswachten te richten op de hondenvrienden. Dus niet om tien voor twee 's nachts nog even een foutparkeerder bekeuren die na het stappen een hartige hap bij de Mac gaat halen, maar om 8.00 uur ‘s morgens heterdaadjes verzamelen als de lievelingen uitgelaten worden. Driedubbele winst: een drol levert meer op dan een foutgeparkeerde auto, de verbalisanten werken op normale tijden, dus geen overwerktoeslag. En: zolang gestudeerd wordt of de Pier nog de moeite waard is lopen toeristen en Hagenaars niet speurend van drol naar drol, maar met opgeheven hoofd te genieten van de mooiste stad van het land: Scheveningen.

 

Noortje van Kooperen