Ons kleine land

Ons land is zo klein dat als je een pad wil redden, moet je noodgedwongen op een kikker gaan staan. Dus veel te klein om op eigen houtje maatregelen te nemen. Hoe kunnen we de luchtvervuiling in het centrum van Den Haag terugdringen als de vuile lucht van Duitsland, Londen en Antwerpen gewoon komt aandrijven. Daar heb je Brussel voor nodig. Ook andere milieuvriendelijke maatregelen komen zonder Brussel niet van de grond. Ik steek de loftrompet voor Brussel.

 

Datzelfde Brussel belet ons om zo hier en daar nog wat snelwegen aan te leggen. Alsof we doodgaan van een extra auto. De vuile lucht waait toch naar Duitsland. Zonder transport geen brood op de plank. Mannen werkeloos in het café. Vrouwen met een kruik op het hoofd bij de waterpomp. Als er al water is! Willen we dat!? Weg met die Brusselse lof.

Daar zijn we te klein voor!

 

Daarom sturen we ons leger naar het buitenland om te oefenen want  als je hier een kogel afschiet, komt ie in het buitenland terecht. Dat geeft bonje. Dus gaan onze jongens zelf maar naar het buitenland. Dan denk ik: waar een klein land groot in kan zijn.

 

We hebben in Libanon de grens met Israel bewaakt en toen het Israëlische leger Libanon binnentrok, hebben we nog gezegd: "Hé, hé, dat gaat zo maar niet!"  Ook die Serviërs hebben we heel duidelijk gemaakt dat we boos zijn omdat ze zich niet aan hun beloften over Srebrenica hielden. Dat Moslims onbetrouwbaar zijn, akkoord, maar van Serviërs hadden we dit niet verwacht. Vervolgens zijn we die Afghanen gaan opvoeden: "Hoe je fatsoenlijk oorlog dient te voeren". Dat was nog uit de tijd van "Fatsoen moet je doen". Dat deden onze jongens dan ook heel goed. Ze gingen gewoon praten met de bevolking. Een geheime tactiek waar die Uruzkanen niet van terug hadden. Ze liepen gewoon op zo'n Talibaanstrijder af, want een beetje Afghaan is een Talibaan, en dan zeiden ze: "Kijk, hier staat het in de bijbel, lees maar even mee: Heb je vijand lief". En vervolgens gaven ze die Talibaan een knuffel. Dat zijn ze daar helemaal niet gewend. Ze hebben daar natuurlijk nooit liefde ondervonden dus dat wordt janken geblazen. We brachten ze in volstrekte verwarring.

 

En dan begon onze soldaat te praten over hoe mooi het is in het Westen en dat hier iedereen kan trouwen met iedereen. "Ook met meisjes van twaalf?" Daar gaat een beschaafde soldaat natuurlijk niet op in. Hij vertelt hoe gelukkig iedereen is in het westen en dat in Holland heel veel maagden ongestoord kunnen rondlopen. Je ziet de Talibaan geïnteresseerd opkijken en onder het motto: "Maagden–Nu!",  gooit hij zijn geweer weg. En daar moeten we hem hebben!  Maar hou ze in de gaten, want voor je het weet start hij een handeltje in maagden uit Holland.

 

En nu mogen we weer – dankzij Assad – bij Syrië onze Patriotraketten testen. Wij doen mee op het wereldtoneel. Klein–zijn is onze kracht.

 

Henk Dorrestijn