Zeekaptein

Als kleine jongen wilde ik altijd zeekapitein worden. De baas van een groot schip. Dat kon ook niet anders, want ik speelde vaak met bootjes. In de tobbe, in de sloot of anders tekende ik ze wel. Mijn vriendjes ambieerden vrijwel hetzelfde. Stoere beroepen zoals straaljagerpiloot, politieagent, brandweerman genoten de voorkeur. Dat waren kinderdromen.

Tijdens de vakanties van de middelbare school kwam ik voor het eerst in het echt in aanraking met werk. Toen ik zestien was, kwam mijn grote kans. Varen op de Holland-Amerikalijn. Met de Statendam in zes weken op en neer van Rotterdam naar New York. Maar ik mocht niet van mijn ouders. Het toeval wilde dat een neef van mij zeeman was. En in het plaatselijke dorpscafé had hij ooit zijn moeder een oud wijf genoemd. Daarom mocht ik niet varen en werd mij de kans om ooit zeekapitein te worden ontnomen. Weg was mijn kinderdroom. Tomaten plukken, freesia's snijden, meehelpen in een winkel en brood bezorgen was mijn lot. Het bracht wel geld in het laatje. Dat was een pleistertje op de zere wond. Na mijn schooltijd ging ik verplicht in militaire dienst. Dat was afzien, maar geen echt werk. Daarna volgde pas de echte grote stap in mijn leven. Werken. Het personeel werkte voor een baas, heette dat toen. Maar omdat tegenwoordig alleen nog maar een hond een baas heeft, zijn de termen werkgever en werknemer ontstaan.

Werken heeft ook zijn humor. Een echtpaar heeft een langdurige werkeloze zoon in huis. Op een dag komt hij thuis met de mededeling dat hij werk heeft. De volgende dag gaat hij voor het eerst aan de slag. 's Avonds zitten ze aan de eettafel en vraagt de vader hoe het ging. De zoon antwoordt: 'Fantastisch, binnenkort hebben we al vakantie!' 'Hoezo?' vraagt de vader verbaasd. 'Nou,' zegt de zoon. 'Toen ik naar huis ging, zei de baas: Als je zo doorgaat, gaan we naar de Filistijnen!' En wat te denken van deze. Een jonge zakenman is net met zijn eigen bedrijf begonnen. Zijn kantoortje heeft hij helemaal exclusief laten inrichten. Op een dag ziet hij door de glazen scheidingswand een man in de ontvangstruimte staan. Om indruk te maken pakt hij de telefoonhoorn van de haak en doet alsof hij bezig is met een grote klant. In het wild begint hij te zwaaien met zijn handen en luid op hoge getallen te noemen. Uiteindelijk legt hij neer en vraagt de man waarmee hij hem kan helpen. De man antwoordt: 'Ik ben hier om de telefoonlijnen te activeren.'

Op Wikipedia staat het volgende vage verhaal. De term werkgelegenheid geeft aan of er voldoende werk is voor de plaatselijke of landelijke beroepsbevolking. Wanneer alle werknemers, die willen werken, een arbeidsplaats kunnen vinden, is er volledige werkgelegenheid. Het ontbreken van werkloosheid is niet hetzelfde als het hebben van een volledige werkgelegenheid. Een en ander is mij niet duidelijk.

In vroeger tijden was het gemakkelijker om aan werk te komen dan nu. De keuzes zijn wel ruimer maar meer gespecialiseerd. Daarom is het goed dat jongeren begeleid worden in de opleiding naar het werkproces. En voor ouderen bestaat ook de mogelijkheid om na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd door te gaan of een nieuwe baan te vinden. Over twee jaar word ik vijfenzestig. Misschien wordt dan mijn kinderdroom vervuld en kan ik eindelijk zeekapitein worden.

Klaas de Boer