Het grijze gevaar |
Als kind zag ik in de
verte wel eens een oude man of vrouw lopen. Die liepen niet snel, maar ze
deden alsof, want
ouderen waren heel sterk, dus ik hield een gepaste afstand tot hen. Ik had respect
voor ouderen. Verder hielden de ouderen zich gedeinsd. Ze spraken een ouderen taal en ze aten ouderen dingen, maar verder hadden
we geen last van ze. De oudere leek
een ongevaarlijke illegaal die hier lang geleden was ingeburgerd en via een
generaal pardon het recht had verworven hier te blijven tot ie het zelf voor gezien zou houden. Twee ouderen kwamen daadwerkelijk
in mijn leven, mijn grootouderen. Ik zag ze voor het eerst
in een donkerbruine, schaars verlichte woonkamer. De oude vrouw schilde
aardappelen en de oude man droeg een verschoten lichtbruine pet met een zeer Schots
ruitmotief. Hij zat genoeglijk bij een warm gestookte kolenkachel. Ze waren
blij met de komst van mijn moeder en mij, want de oude vrouw keek vriendelijk
en de oude man wilde even mijn handje vasthouden. Toen zag ik dat de oude man
zeer grote handen had, wel vijfmaal groter dan de mijne
– met diepe sporen getekend door vuil. Voor het eerst kreeg ik het vermoeden
dat het sprookje over de reus en Kleinduimpje, de zuivere waarheid was.
Ineens doorzag ik de aard van mijn opa en oma: het waren OUDEREN, hoe
vriendelijk ze ook keken! Wantrouwen was op zijn
plaats. En ik heb gelijk gekregen:
Ja hoor, de ouderen zijn uit hun spelonken gekropen, overal vullen ze de
straten en de media. Je kan niet meer om ze heen. Ze
zijn de nieuwe heersers en beroven het land van zijn rijkdommen. Al het geld
vloeit in de zakken van deze gehate ouderenelite. Het is oppassen geblazen! Die
lieve opa's en oma's van vroeger hebben zich ontpopt tot luie profiteurs,
veelvraten die zich in alle geneugten van de moeizaam opgebouwde
welvaartsstaat rondwentelen, de staatsruif leeg vreten, alle ziekenzorg voor
zich opeisen en artsen en familie in gewetensnood brengen met de wens van een
zelfgekozen zachte dood! Of het niet op kan! Moesten we ons vroeger nog
zorgen maken over het Gele Gevaar, waarbij de Chinezen als een horde
losgebroken, niets ontziende lemmingen het Westen zouden overspoelen, nu is
daarvoor in de plaats gekomen: het Grijze Gevaar! De maatschappij heeft het
gelukkig in de gaten, zij het laat. Er is een tegenoffensief gaande. Sommige
politici nemen het voortouw. Die niet schromen de
oudere op zijn verantwoordelijkheid te wijzen: "Iedereen moet leren
de eigen broek op te houden. Ook de ouderen! Het zal toch tijd worden! Het
moet maar eens afgelopen zijn met die gewoonte hier in Nederland om iedereen
maar te pamperen. Het is crisis. We kunnen niet allemaal een beroep doen op
de overheid. En die ouderen leven er maar op los van een pensioen. Voor je
het weet nemen ze het mee naar het hiernamaals, dus "Afpakken!"
Laat ze maar werken, die luiaards, alle hardwerkende mensen werken toch ook!
Het land staat aan de rand van de afgrond, er is nog nooit iemand dood gegaan
van hard werken, dat weten die ouderen best. Genieten van je oude dag, nou
schrijf maar op: "Dat is voorbij, er
wordt hier niet meer genoten!" Is dat duidelijk? Henk Dorrestijn |