Kerst: De toetssteen van Geluk/Uitverkorenen

 

Is de Kerst een feest? Het levert ons twee nationale feestdagen op, dus je zou denken dat het boven alle twijfel verheven een feest is. Toch voelen veel mensen zich onbehaaglijk in de aanloop naar deze dagen. Het feest is namelijk niet oprecht. De kerstdagen vormen – zoals je aan je water kan voelen – een verkapt godsdienstig ritueel. Dat merk je aan alles. En dan wil ik het niet hebben over het aanbidden van een boom door deze te versieren en van lichtjes te voorzien en hem toe te zingen. Door hem de wonderlijke gave toe te dichten dat er spontaan onder zijn fraaie takken verpakte cadeautjes zouden liggen, als eieren onder een kip. Noch dat ter ere van deze weldoener in de avond neus– en oogstrelende diners worden gegeven met wildbraad en bijpassende wijnen.

 

Nee, dat is niet de essentie van deze religie. Het gaat om het te beloofde Geluk. Geluk dat je uitsluitend ten deel valt als je "er bij hoort". De Gelukkigen zijn de uitverkorenen.

De strenge regels eisen dat de eerste daad bestaat – inderdaad – uit de aanschaf van een boom en deze in een blijde stemming te versieren met ballen, slingers en engelenhaar tot het middenstands Geluk er vanaf druipt. Dat is het voorportaal tot het Geluk. Veel mensen worden al blij bij de gedachte dat Geluk uit zoveel lichtjes bestaat.

 

De volgende stap tot het Geluk is het werven van gelijkgestemden, liefst uit de familiekring. Tezamen vormen zij een sekte, kort gezegd de  Gelukkigen. Hoe groter de kring, hoe dichter men het Geluk heeft benaderd. Wie er niet bij hoort, wordt nooit een Gelukkige.

De bevestiging dat het Geluk je deelachtig is geworden, is te vinden in de gezamenlijke Kerstmaaltijd. De Hoogmis der Gelukkigen. Dan wordt het Geluk domweg tastbaar. Hoe rijker het diner, hoe groter het Geluk.

 

De kerstman is in dit geheel een kleine rol toebedeeld als colporteur van het Geluk. Op zijn arrenslee wordt hij door de steden gesleept en hij roept de mensen op tot Geluk met zijn karakteristieke "Ho, ho ,ho!" waarmee hij aangeeft het hoogste niveau van het opperste Geluk te hebben bereikt. Uit die man is overigens nog nooit een zinnig woord gekomen.

 

Maar wie het Geluk predikt, creëert het Ongeluk. De Kerstman is in weerwil van zijn goede bedoelingen de splijtzwam van het familieleven. Want "Oh Wee" de verdoemden die zich niet tijdig bekeren tot het Geluk. Wie geen deelgenoot wenst te zijn, wordt verstoten en is gedoemd tot de Ongelukkigen te behoren. Voor hem is er geen plek aan tafel. Alle restaurants zitten vol. Hij wordt niet omringd door de stralende glimlach van de Gelukkigen die vieren dat zij net zijn toegetreden tot de sekte van het Geluk. Hij zal het moeten doen met de stuurse blik van andere Ongelukkigen. Er ligt een verwijt in die blik: "Had jij maar een boom gekocht, dan had alles goed kunnen komen". Maar de bomen zijn uitverkocht, de kans een Gelukkige te worden, is vooralsnog verkeken.

De kerstdagen vormen een jaarlijks terugkerend, indringend oordeel over uw welbevinden.

Wat is Sinter Klaas dan een verademing!

 

Henk Dorrestijn