Hagenaar of Hagenees?

 

'Zoo ik iéts ben, ben ik een Hagenaar...' is een citaat van de bekende Haagse schrijver Louis Couperus. Hagenaar of Hagenees? Uiteraard wordt een inwoner van 's-Gravenhage een Hagenaar genoemd. Maar in de Dikke van Dale staan nog meer betekenissen van Hagenaar. Ten eerste een soort vrachtschip voor de binnenvaart. Ten tweede een klein bootje dat onder de bruggen van Den Haag door kan varen. Ten derde een duivensoort. En ten vierde een homofiel. Ja, het staat er echt. Om de laatste betekenis zullen veel inwoners van Den Haag het niet erg vinden dat ze Hagenees worden genoemd. Aan de andere kant zijn er weer mensen die de informele term Hagenees niet op prijs stellen vanwege een negatieve uitstraling. Een ander verhaal wil dat er een scheiding is tussen Hagenaars die op zand wonen en de Hagenezen die op veen wonen. Den Haag is gedeeltelijk gebouwd op zandduinen, waarvan de Laan van Meerdervoort de grens vormt met de veengebieden. Het Vogelwijk en het Statenkwartier zijn gesitueerd op het zand. En wijken zoals Morgenstond, Moerwijk en Laakkwartier zijn gebouwd op veengrond. Als je geboren bent op 't zand, ben je een Hagenaar. En ben je geboren op 't veen dan ben je een Hagenees.

Een andere definitie is dat Hagenaars de mensen zijn die voornaam ofwel bekakt Haags spreken, terwijl Hagenezen de mensen zijn die plat Haags praten. Er zijn legio uitspraken, die dat kunnen bewijzen. Op het zand zegt men: 'Zeg Sjors, wil je boomschors?' 'Nee Lex, ik wil triplex!' Op het veen was een heel verhaal over een oud wijf die vijfenvijftig konijnen had, die waren weggekropen in de ijzeren scheithuispijpleidingbuizen. Op het zand bestelt men een kopje koffie met een koekje en een chocolaatje. Op het veen vraagt men om een bakkie pleur met een broodje tartaar met ei en ui. Op een voetbalveld in de duinen hoor je: 'Kom op kerel, geef de bal een pets.' In het Zuiderpark speelden de kinderen vroeger een vredekeetje, dat was een partijtje straatvoetbal zonder matten. In het Groen-geile boekie stellen de schrijvers het volgende ... Bekakt Haags bestaat in het geheel niet; het betreft hier een cerebraal aangestuurd spraakgebrek, dat is ontstaan door stijve en plechtstatige gedragspatronen van een bepaalde groep mensen, die meende daaraan status te kunnen ontlenen ... Hagenezen worden vaak negatief genoemd en dat ligt anders. Dat die indruk desalniettemin toch gewekt wordt, is verklaarbaar. De Hagenees drukt zich namelijk op z'n Haags uit en dat is voor mensen die het Haags niet machtig zijn even wennen...

Zelf ben ik in de Emmakliniek in het Van Stolkpark geboren. Op het zand dus. Maar ik heb bijna heel mijn leven in Escamp gewoond. Op het veen. Mijn vader zaliger zei tegen mij altijd: 'Jij bent niet geboren, jij bent met het tennissen over de schutting geslagen.' En nu begrijp het pas. Met die schutting bedoelde hij de Laan van Meerdervoort, de scheiding van het zand en het veen. Ooit maakte ik deel uit van een interactief forum op het Ministerie van VROM. Ik zat in een kring tussen allerlei bobo's. We hadden allemaal een computer voor onze neus. Aan de muren hingen grote digitale schermen, waarop we allemaal antwoorden op bepaalde vragen moesten geven. En op die antwoorden mochten alle aanwezigen weer reageren. Niemand van de aanwezigen wist van elkaar wie welke vraag stelde of een antwoord gaf. Op een gegeven moment bezigde ik het woord Hagenees. Prompt kwam de vraag: 'Hagenees? Wat is de definitie van een Hagenees?' Zonder na te denken antwoordde ik: "Van het woord Hagenees bestaat geen definitie. Het is een gevoel. En dat heb je of je hebt het niet!" Over dit onderwerp werden die dag verder geen vragen meer gesteld. Deze column begon de woorden van Louis Couperus: 'Zoo ik iéts ben, ben ik een Hagenaar...' en eindigt met de woorden van Klaas de Boer: 'Zo ik iets ben, ben ik een Hagenees...'