Kraakspreekuur |
Het doel van de kraakbeweging is
woonruimtes bemachtigen en tegelijkertijd de aandacht vestigen op de
schrijnende tegenstellingen. Dat is een nobel streven. De motieven om een
woning, een kantoor of een andere ruimte te kraken zijn heel uiteenlopend. In
ons land is een groot gebrek aan betaalbare woonruimte. En dat is niet
vreemd. Onze regering heeft er een zooitje van gemaakt. Ze heeft steeds
minder invloed op de volkshuisvesting, waardoor er amper betaalbare woningen
worden bijgebouwd. Bovendien zijn veel huurwoningen tot koopwoningen
omgetoverd. Het investeringsbeleid van de vastgoedjongens is ook uit de pan
gerezen. Momenteel staat meer dan vijf miljoen vierkante meter kantooruimte leeg. En er wordt niets mee gedaan. Menig
kunstenaar kraakt een pand omdat er weinig betaalbare ateliers te huur zijn.
Ook wordt er gekraakt om panden te behoeden voor sloop. Allemaal gegronde
redenen om te kraken. De negatieve kant van krakers is de wanordelijke staat
waarin zij soms een pand achterlaten. Dat hoeft niet. En de beelden op
televisie, wanneer de ME weer een pand moet leeghalen en een veldslag met
krakers moet voeren, wekken ook geen positief beeld op. Door het kraken is het kraakspreekuur
ontstaan. Ja, het bestaat echt. Hier kan men terecht voor informatie over
kraken in het algemeen en directe hulp bij het
voorbereiden van een eigen kraak. De mensen die bij het kraakspreekuur werken
zijn vaak op de hoogte van wat er zich in een buurt afspeelt en hebben
mogelijk ook informatie over de desbetreffende woning. Zij hebben jarenlange
ervaring met kraken en kunnen vaak de juridische en praktische haalbaarheid
van de te plegen kraak goed inschatten. Vaak kunnen
krakers met de eigenaren van gekraakte panden tot een overeenkomst komen. Zie
de Spanjaardshof. Dan wordt een doel bereikt. Antikraak is een vorm van gebruik van
leegstaand onroerend goed, dat voorkomt dat krakers het vastgoed in gebruik
kunnen nemen, waarbij een kleine groep mensen een pand 'bewaakt'. Deze
zogenaamde kraakwachten mogen tegen een kleine vergoeding in het bewuste pand
wonen. Het is gebeurd dat krakers antikrakers hebben aangevallen. En dat snap
ik niet. Uiteindelijk wonen de antikrakers in een pand dat leeg staat tegen
een geringe huur. Dat is toch wat krakers beogen? Krakers hebben ook humor. Zo krijgen
twee krakers op straat een bekeuring van de politie. 'Waar wonen jullie?'
vraagt de agent. Zegt de ene kraker: 'Ik? Ik woon nergens.' 'En ik woon naast
hem!' antwoordt de andere. In 1964 vonden de eerste geruchtmakende
kraakacties plaats in Amsterdam. Maar ik ken een ander verhaal. Mijn vader
werd in september 1945 aangesteld als politieagent in Den Haag. Hij was een
jonge boerenzoon uit Friesland en woonde in een kosthuis in Rustenbrug Oostbroek. In maart 1948 trouwde hij met mijn moeder. Zij
betrokken langs het Verversingskanaal een etagewoning, die bijna drie jaar
onbewoond was. De buren hadden hen verteld dat het gezin dat er woonde na de
oorlog niet meer teruggekomen was. In feite kraakten zij dat pand. 'We maken
van de nood een deugd!' moeten zij gedacht hebben. Met de nabestaanden van de
voormalige eigenaren werd een jaar later een regeling getroffen. Ze hebben er
vijf jaar gewoond en ik ben er geboren. Wanneer iemand mijn mening over
krakers vraagt, zeg ik: 'Ik ben 63 jaar geleden in een gekraakt pand ter
wereld gekomen en daarom heb ik affiniteit met krakers, zolang ze er maar
geen puinhoop van maken!' Klaas |