Het Kappersvak

Het kappersvak is niet leuk. De hele dag dode haarpunten wegsnijden, baarden en snorren bijpunten, nekken uitscheren en haren uit oren verwijderen. Mensen met droog haar, vet haar en rood haar knippen, het lijkt mij niets. En dan de praatjes tijdens de behandeling. De eeuwige verhalen over het weer en de vakantie. Of nog erger. Over politiek en belasting betalen. Bovendien doen kappers hun werk staande. En het is bekend dat mensen met staande beroepen meer aanleg hebben voor het krijgen van spataderen.

Kleine kinderen krijgen een kapperstrauma aangepraat. Bezorgde ouders die met hun kleintje voor het eerst bij de kapper komen, zeggen “Het doet echt geen pijn”. Daarna wordt de peuter op een hoge stoel getild en krijgt een groot wit laken om. Vervolgens worden de kappersattributen uitgestald, zodat de peuter denkt dat er een operatie uitgevoerd zal worden. Nogmaals wordt verteld dat het geen pijn doet en er wordt snoepgoed beloofd. Dat ruikt naar omkoping, in geringe vorm. Maar bij het horen van de eerste moordende schaar- of tondeusegeluiden breekt de weerloze kleine meestal toch in tranen uit. Maar het leed wordt uiteindelijk door de ouders veroorzaakt. Ook dat maakt een kapper mee. Nee, het beroep van kapper is niet te benijden.

In de zestiger jaren werd ik als jonge jongen door mijn moeder naar de buurtkapper gestuurd. Hij vroeg dan naar je wensen. Het antwoord was altijd "Gedekt graag". Toch had je er niet veel te vertellen, want meestal kwam je er met een bloempotmodel vandaan. In militaire dienst ging het er niet beter aan toe. Particuliere kappers werden geronseld om zoveel mogelijk dienstplichtigen in zo kort mogelijke tijd te knippen. Je kwam als fatsoenlijke burger met een weelderige haardos binnen en liep als Bert van Sesamstraat naar buiten. Mijn dienstmaten en ik verzonnen de meest passende namen bij deze kapsels. Coupe de la rue en Coupe Calve zijn mij bijgebleven.

De vijftienjarige zoon van een plaatselijke barbier moest elke zaterdag zijn vader in de zaak helpen. Hij verrichtte simpele werkzaamheden zoals het afgeknipte haar opvegen en de klanten alvast inzepen voor het scheren. Op een bepaalde dag was het erg druk en moest de zoon een klant scheren. Het was voor hem de eerste keer dus was hij erg nerveus. Op een bepaald moment sneed hij per ongeluk in de rechteroorlel van de man, dat prompt hevig ging bloeden. De kapper werd boos, liep naar zijn zoon om hem te bestraffen. Terwijl hij uithaalde, bukte de jongen en sloeg de kapper de klant ook nog eens een bloedneus. Na gemaakte excuses, diverse pleisters en een kop koffie ging de jongen verder met scheren. Plotseling rinkelde de telefoon. De jongen schrok zo dat hij met het scheermes in een haal het linkeroor van de klant afsneed. Verbouwereerd fluisterde hij: "Als ik u was, zou ik het oor maar in uw zak stoppen. Anders slaat mijn vader u helemaal in elkaar!"

Maar nu een echt verhaal. In Mekka in Saoedi-Arabië heeft een kapper de snor van een klant afgeknipt zonder dat hij daar toestemming voor had gegeven. 'Knippen en scheren!' heeft hij gedacht. Wat de overijverige kapper heeft bezield, is niet bekend. De nu snorloze klant heeft wel een klacht ingediend. De barbier is inmiddels vrij nadat hij acht dagen in voorhechtenis heeft gezeten. Hij moet zich evenwel nog verantwoorden voor de rechter. Kapper zijn valt niet mee.

Een jongeman met een supergeweldige haardos kwam bij een kapper binnen. Hij had een afrokapsel in het kwadraat en wilde dit laten knippen. Tijdens de behandeling kwamen ze aan de praat. Op een gegeven moment zei de kapper: "Ik zie dat je ook nog in militaire dienst hebt gezeten." "Hoe weet u dat?" vroeg de klant verbaasd. Antwoordde de kapper: "Ik heb zojuist jouw baret gevonden, jongen!" Het kappersvak heeft toch ook zijn leuke kanten.

 

Klaas de Boer