Mantelzorg, mijn een zorg

Als voorzitter van het Bonusgraaiersgilde vind ik het de hoogste tijd  om onze visie over het voetlicht te brengen aangaande dat cultuurtje van de vrijwilligershulp. Onze n’economonie gaat namelijk linea recta naar de gallemieze door het hobbyistische gedrag van de vrijwilliger. Kijk, wat is een vrijwilliger: dat was een jonge knul die de weg was kwijtgeraakt en daarom in het leger ging om in kort verband wat sturing te krijgen. Zinvol werk deed ie niet, maar hij werd in die beschutte omgeving een mán en hij werd daarvoor betaald. Mannen hebben we nodig! De huidige vrijwilliger doet wél zinvol werk maar hij (of zij natuurlijk, neem mij niet kwalijk dames) schijnt het te doen voor een habbekrats of nog minder. Wat bezielt hem eigenlijk?

 

Vrijwilligerswerk is natuurlijk een contradictio in terminús. Vrijwillig werken? Ha! Daar gelooft toch niemand in! Er zal echt wel iets tegenover staan, maar daar laten die vrijwilligers zich wijselijkerwijs niet over uit. Wat het is!? Het zou wel eens aanzienlijk meer kunnen zijn dan u en ik ons kunnen voorstellen. Daarom wordt het hoog tijd dat deze schimmige vergoeding gewoon in geld wordt uitgedrukt. Daar kunnen we iets mee. Wij ergeren ons mateloos, al jaren trouwens, aan het grijze circuit dat door die vrijwilligers en de mantelzorg  -   mantelzorg, mijn een zorg, zeg ik altijd maar  -  in stand wordt gehouden. Daar schijnt deze overheid de ogen voor te willen sluiten, maar het is een gevaarlijke n’economonie  die gebaseerd is op het middeleeuwse systeem van de ruilhandel. Daarmee glijden wij af tot de status van een derde wereldland. Zo verkwanselen we onze welvaart.  Ieder normale burger in dit land moet immers belasting betalen – en de meer je verdient, de minder – en deze zogenaamde vrijwilligers kunnen zich daaraan geheel onttrekken omdat ze géén geld verdienen aan hun activiteit. Zij zijn belastingontduikers!  Want ze doen economonistisch gezien nuttig werk, dat mogen we niet ontkennen.

 

Op deze wijze is een randgebied van de n’economonie ontstaan waar virtueel miljarden in omgaan.  En wij krijgen daar geen grip op. Wij Bonusgraaiers grijpen er naast. Mensen denken niet na! Zonder geld:  geen’economonie. Niet voor niets noemen wij die hele vrijwilligerscultuur de Vrijwilligers Maffia der Lage Landen.

Hoe kunnen wij, als Bonusgraaiers, hier vat op krijgen. Ons  uitgangspunt is: Iedere geldstroom is een bron van bonussen  en een rechtgeaard lid van het Bonusgraaiersgilde  pikt daar af en toe een bonusje uit mee. We doen er niemand kwaad mee en als wij het niet doen, doet een ander het wel. Ben je eigenlijk met ons nog goed uit ook.

Kijk, je hebt mensen die willen roken, die trek je toch ook de sigaretten niet uit de mond.

 

Wij zien het zo: als een mens – om wat voor reden dan ook - een hulpvraag heeft dan hoeft die hulp niet door een goedwillende buurvrouw, een goedhartig familielid of  door iemand die er toevallig verstand van heeft,  te worden verleend. Men gaat daar veel te gemakkelijk vanuit. En er wordt op die manier geen enkele geldstroom gegenereerd. Wij, als graaiers zien dat met lede ogen aan. Daarom beschouwen wij de vrijwilliger als een financiële Anarchist, zeg maar een Terrorist.

 

Hoeveel eigentijdser zou het niet zijn om de hulpvraag centraal te deponeren bij een Hulp Vraag en Aanbod Bemiddelings Bureau. Wij huren dan de buurvrouw in voor pak voor weg € 9,- per uur. Is dat mens ook blij en wij houden 40  euro per uur als bemiddelingskosten achter voor het bureau, want de directeur moet zich ook bevredigd gevoelen door zijn inkomsten. Voor de bestuursleden van dat bureau zie ik diverse bonusmogelijkheden in het verschiet. Op deze wijze schep je dus werkgelegenheid.  Dusdoende wordt die Vrijwilligersmaffia der Lage Landen  effectief afgesneden van zijn beweegredenen. Dan bloedt ze dood.

 

Bovendien kan de overheid belasting heffen bij de vrijwilliger en tevens bij de hulpvragende mens een hoog BTW-tarief voor dit luxe artikel in rekening brengen. Uiterst stimulerend voor de n’economonie.

Zo worden alle problemen opgelost en kan iedereen de nieuwe kansen grijpen.

Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet. Ik zeg: talmen is fataal!

 

 

Henk Dorrestijn