Buurtpreventie |
De gemeente Den Haag werkt aan een veilige,
schone en leefbare stad voor iedereen. Maar met die paar ambtenaren die ze
hebben, lukt dat kennelijk niet. Daarom is het begrip buurtpreventie
'uitgevonden'. Buurtpreventie is het controleren op onregelmatigheden in een
woonwijk of buurt; en wel door de burgers zelf. De onregelmatigheden kunnen
bestaan uit velerlei zaken van uiteenlopende aard zoals het signaleren van
agressieve hangjongeren, het illegaal dumpen van afval, het controleren van fietsverlichting
en het veroorzaken van overlast door honden. Deze punten geven zij dan door
aan de politie, brandweer, gemeente of andere instanties. De betrokken
burgers zijn meestal herkenbaar gekleed en doen hun werk geheel op vrijwillige
basis. Dat is niets vreemds. Vijftig jaar geleden liepen de taxichauffeurs,
olieverkopers en mensen van het Leger des Heils ook in zodanig herkenbare
uniformen rond. Een team van buurtvaders wordt
gevormd door mannen van verschillende nationaliteiten. Het doel van de buurtvaders
is eveneens om de leefbaarheid en de sociale veiligheid in de wijk te
vergroten. Vaak gebeurt dat door lastgevende jongeren in hun taal aan te
spreken om zodoende overwicht te kunnen hebben. Het woord buurtvader
doet mij denken aan baarmoeder. Het nieuwe leven begint uiteindelijk in een
baarmoeder. En de gemeente denkt dat buurtvaders vervelende jongeren ook weer
nieuw leven in kunnen blazen. Als inwoner van Den Haag kunt u op
verschillende manieren aan buurtpreventie bijdragen. U kunt een eigen initiatief
starten of u aansluiten bij een bestaand initiatief. Lees in de brochure over
Bewonersinitiatieven
veiligheid meer hierover. De bewonersorganisaties en het stadsdeelkantoor in
uw buurt kunnen u meer informatie geven over initiatieven bij u in de buurt. Eigenlijk is het van de gekke die
buurtpreventie. De sociale controle in de maatschappij is vrijwel
verdwenen. Er is alleen nog maar verharding. Door jong en oud. Dat is het
punt. Vroeger liepen kinderen een straatje om bij het signaleren van Bromsnor
ofwel een
politieagent. En de jeugd luisterde naar vreemde
grote mensen die hen op straat een berisping gaven bij onbehoorlijk gedrag.
Mijn opa en oma hadden een boerderij waarvan de achterdeur gewoon 's avonds
en 's nachts niet op slot ging. En hing er vroeger niet overal een touwtje uit de
brievenbus van de voordeur? Naar die tijd moeten we
terug. Dan is van buurtinterventie, buurtpreventie, nachtpreventie en andere
geüniformeerde burgerwachten geen sprake meer. Maar hoe lang zal dat nog
duren? |